De commissie uit Gedeputeerde Staten, bestaande uit de heeren mr. H.J. Albarda, mr E. Attema en J.N. Witteveen , aan wie door dat collegie was opgedragen ,te trachten, de voor de verbetering on kanalisatie van de rivier de Tjonger, voor zooveel betreft het gedeelte van de Pier Christiaansloot tot ongeveer 2600 meter bewesten de Oldeberkooperbrug, benoodigde gronden bij minnelijke schikking van de eigenaren te verkrijgen gisteren hare taak volbragt. Dat het geen gemakkelijke taak was, moge blijken uit het feit dat niet minder dan 130 eigenaren over 327 perceelen moesten worden gehoord. De uitslag was alleszins bevredigend. Op eene enkele uitzondering na, hebben allen verklaard, de voor den aankoop gestelde gronden aan te nemen. Men zal dus eerlang de aanbesteding van bet belangrijke werk kunnen tegemoet zien.
[noot van de redactie] De wens voor kanalisatie was groot, met regelmaat kwamen de 'hooijlanden' onder water te staan, waardoor de oogsten mislukten.