info

12-12-2003

PB Katlijk

Reactie op Bestemmingsplan Buitengebied en Landschapsbeleidsplan

Het bestuur van Plaatselijk Belang Katlijk heeft reacties, opmerkingen en vragen gestuurd naar het College van Burgemeester en Wthouders van de gemeente Heerenveen n.a.v. het Bestemmingsplan Buitengebied en Landschapsbeleidsplan.

Vergezeld van een begeleidend schrijven zijn onderstaande reacties, opmerkingen en vragen naar het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerenveen gezonden.

Reacties en opmerkingen die het bestuur van Plaatselijk Belang Katlijk heeft gemaakt naar aanleiding van:

  • Bestemmingsplan Buitengebied
  • Landschapsbeleidsplan zuidoost Friesland


1: Opmerkingen en reacties bij het Bestemmingsplan Buitengebied

  1. Masterplan Katlijk - Oranjewoud.
    In het masterplan Katlijk - Oranjewoud wordt de mogelijke vestiging van een agrarisch bedrijf aan de Jan Jonkmanweg genoemd. In het bestemmingsplan hebben we dit niet kunnen vinden, ook op kaart no. 2 staat de eventuele vestigingsplaats van dit bedrijf niet vermeld. Het lijkt ons noodzakelijk dat dit wel in het plan wordt opgenomen.
  2. Opstallen W.A. Nijenhuisweg 57.
    De opstallen gelegen aan de W.A. Nijenhuisweg 57 in Katlijk, heeft volgens kaart no.2 geen agrarische bestemming meer. Wel is er tussen de Maaiebosk en het complex recreatiewoningen aan de Hoogeveensweg een perceel ingevoegd met agrarische bestemming met bouwmogelijkheid. Dit lijkt ons een tegenstrijdigheid binnen dit bestemmingsplan. Het realiseren van een agrarisch bedrijf is in onze ogen ook niet wenselijk
  3. Landbouwpercelen Bisschoplaan.
    De huidige landbouwpercelen ten zuiden en oosten van de Bisschoplaan staan op de kaart aangegeven als een totaal natuurgebied. Volgens ons wijkt dit af ten opzichte van de ROM-kaart Oranjewoud - Katlijk. Op deze kaart is bedoeld gebied slechts voor een deel als natuurgebied aangemerkt.
  4. Bouwpercelen agrarische bedrijven.
    Volgens het voorliggende plan is het voor volwaardige agrarische bedrijven mogelijk over een bouwperceel van maximaal 1,5 ha te beschikken. Bij grote bedrijven kan dit bij wijzigingsbevoegdheid worden vergroot met maximaal 5000 m2 tot een maximum van 2.0 ha. Ons is gebleken dat deze maten nu al vaak aan de krappe kant zijn. Machines, hooiopslag en kuilbulten bevinden zich nu al vaak buiten de bouwpercelen.
    Wij stellen voor de bouwpercelen maximaal 2,0 ha respectievelijk 2,5 ha toe te staan. Hierbij kan dan als voorwaarde gelden dat hooi- en kuilopslag en het stallen van machines op het bouwperceel moet plaatsvinden, eventueel optisch afgeschermd door begroeiing.
  5. Voormalige boerderijen.
    In het concept Bestemmingsplan Buitengebied wordt de mogelijkheid geboden om voormalige boerderijen een bestemming te geven voor het inbouwen van woningen.
    Wij juichen deze mogelijkheid toe. Wanneer dergelijke boerderijen gesitueerd zijn binnen de bebouwing van een dorp of in de onmiddellijke nabijheid daarvan zouden we graag de mogelijkheid onderzocht zien voor een sociale woonfunctie. We denken daarbij aan de mogelijkheid dat ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen een plaats kunnen krijgen in een appartement, gebouwd in een voormalige boerderij. Ouderen hoeven dan niet meer hun vertrouwde omgeving te verlaten. Een dergelijke woonvoorziening zou voor het zorgaspect gekoppeld moeten c.q. kunnen worden aan een bestaande zorginstelling.
    Ook zou het mogelijk moeten zijn om in een voormalige boerderij appartementen in te bouwen voor jongeren die graag in het eigen dorp willen blijven wonen, maar daarvoor de gelegenheid niet krijgen, omdat eventueel vrijkomende koopwoningen te duur zijn en er geen huurwoningen beschikbaar zijn.
  6. "Ruimte voor ruimte" - regeling.
    Het bestemmingsplan wil de mogelijkheid bieden voormalige agrarische bedrijfsbebouwing te laten vervangen door maximaal 3 woningen. Hoewel deze maatregel verpauperde bedrijfsgebouwen kan voorkomen, hebben wij wel zorg hierover. Het is denkbeeldig dat er in het landschap nieuwe buurtschappen gaan ontstaan, huizen met bijgebouwen, die het authentieke landschap gaan aantasten.
    Wij zouden er voor willen pleiten om de vervangende nieuwbouw te laten plaatsvinden bij of in de dorpen.
  7. Bijzondere woonvormen.
    In hoofdstuk 4 van het bestemmingsplan wordt de nota van ROM Zuidoost - Friesland weergegeven. Op pagina 63 van deze nota wordt geschreven over bijzondere woonvormen.
    Letterlijk staat er daar: "In het gebied tussen de Weversbuurt, de Kerkelaan / Breedsingel, Schoterlandseweg en de Molenlaan kan op landgoedachtige wijze bosuitbreiding plaatsvinden. Hier is dus ruimte voor bijzondere woonvormen". In de planbeschrijving komen we dit echter niet meer tegen.
    Het gebied kenmerkt door een grote landschappelijke schoonheid dat niet of nauwelijks wordt onderbroken door enige bebouwing. Een eventuele bosuitbreiding tast ook het karakter van het landschap aan. We hebben dan ook grote bezwaren tegen de eventuele realisatie van deze plannen.
  8. 10%'s - regeling.
    In dit artikel wordt aangegeven dat slechts bij hoge uitzondering door middel van vrijstelling kan worden toegestaan dat wordt afgeweken van de bij recht in de voorschriften gegeven maten, afmetingen en percentages.
    Deze maatregel kan de ontwikkeling van de bedrijven in de dorpen in de weg staan. Dit kan zelfs bedrijfsbeëindiging tot gevolg hebben dat. En dit kan weer nadelige gevolgen hebben voor de leefbaarheid en de levendigheid in de plattelandssituatie. Wij dringen dan ook aan op een soepeler regelgeving.


Enkele vragen ter verheldering:

  1. Op kaart no. 2 hebben de panden W.A. Nijenhuisweg 17, 23, 31, 35 en 41 een arcering meegekregen die niet in de legenda is terug te vinden.
    Vraag: Wat is de betekenis hiervan?
  2. Er staat op kaart no.2 een gearceerd cirkeltje ingetekend in het bosperceel ten zuidoosten van het pand Weversbuurt 5. Een dergelijk cirkeltje staat ook ten noorden van de panden W.A. Nijenhuisweg 11 en 13.
    Vraag: Wat is de betekenis van deze cirkels?


2: Opmerkingen reacties bij het Landschapsbeleidsplan Zuidoost Friesland

  1. Herkenbaarheid woudontginning.
    Op kaart wordt de woudontginning rondom Katlijk als "slecht herkenbaar" aangeduid. Dit is in tegenstelling met de tekst op pagina 54 van het plan.
    De Katlijkers zullen de typering zoals dat op de kaart is aangegeven niet herkennen.
  2. Op pagina 68 wordt voor de gemeente Heerenveen een prioritering gesteld voor de woudontginningsgebieden bij Nieuweschoot, Hoornsterzwaag, Jubbega, Tjalleberd en de beekdalen van de Tjonger.
    Katlijk wordt hierbij niet genoemd. Wanneer de herkenbaarheid van de woudontginning in deze omgeving slecht is, lijkt het ons niet onlogisch dat daar dan verbetering in wordt aangebracht. Wij zouden dan ook graag zien dat er ook in Katlijk en omgeving gekeken gaat worden naar verbeteringsmogelijkheden.
  3. Verdichten van het gebied door versterking van houtwallen en opgaande bosstroken.
    We zijn het er mee eens dat het wenselijk is op een aantal plaatsen de houtwallen te versterken. We zijn echter ook van mening dat we voorzichtig moeten zijn met het aanplanten van bos of bosstroken. Wij hechten voor Katlijk en omgeving aan een landschap dat zich kenmerkt door variatie. Dit landschap kenmerkt zich door hier en daar bos en coulissen en door de afwisseling van min of meer open gebieden.

 

 Reageer >>