info

Raaptepper Winter 2018

Aly Claus

Schaapsherder: een 8-urige werkdag in de natuur!

Dossier: De Raaptepper

Het is bijna Kerst, in het kerstverhaal liggen de herdertjes bij nachte. De herder die ik heb geïnterviewd, gaat aan het eind van de dag gewoon naar huis. Op een mooie nazomerdag heb ik voor het eerst een interview in de open lucht, en wel met Marieke van Schuppen, schaapherder van de kudde heideschapen die in de zomer twee keer op de Ketliker Heide graast.

Op afstand ontwaar ik twee honden. De ene hond begroet me vrolijk en springt om me heen. Dit is niet het type hond dat ik me als schaapshond voorstel. Nee, dit is Kasper, een Hollandse Herder, Marieke haar eigen hond, die altijd mee mag naar haar werk. Verderop ligt rustig een jonge Border Collie, die luistert naar de naam Koko, het onmisbare hulpje van Marieke. Koko is een energieke jonge Border Collie van 3 jaar oud die met zijn training klaar was toen hij 1,5 jaar was.

Marieke en ik installeren ons rustig op het bankje aan de rand van de heide, want de schapen staan mooi te herkauwen. De kudde heeft net zo’n 2,5 uur gegraasd, ‘Als ik wil, kan ik nu gerust even een uurtje lezen’.

Marieke werkt voor Landschapsbeheer Wylde Weide uit Tjalleberd. Dit bedrijf werkt met vier kuddes in Noord-Nederland. Ze hebben drie stadskuddes die grazen in Drachten, Leeuwarden en Meppel. De vierde kudde graast in de natuurgebieden It Ketliker Skar en de Schaopedobbe van It Fryske Gea in Zuidoost-Friesland.

Opmerkelijk genoeg kwam ik nu dus pas op het idee om de schaapherder te interviewen voor de Raaptepper, terwijl de kudde hier al voor het zevende jaar te zien is. “Ieder seizoen in Katlijk heeft twee rondes”, zo vertelt Marieke, “ik begin op de Ketliker Heide met een periode van 8 à 9 weken, dan verhuis is met mijn schapen naar de Schaopedobbe. Vervolgens doe ik hetzelfde rondje nóg een keer en dan gaan ze bij veehouders het land in”.

It Fryske Gea wil dat hun terreinen op een ecologische manier worden begraasd. “Onze schapen vreten het gras heel kort; daardoor krijgen kruiden en andere planten meer kans. Ze bestrijden ook boomopslag en creëren plaatsgewijs een biotoop die geschikt is voor hagedissen en adders. De schapenvachten zijn supergoede transporteurs van zaden van het ene naar het andere terrein.”

Als ik Marieke zo zie: stoere en gezonde uitstraling, genietend van het buitenleven, vraag ik haar of ze van jongs af aan altijd al schaapherder heeft willen worden. “Nee, dat niet, maar ik kon als tiener wel úrenlang met mijn hond door het bos sjouwen. Ik kon toen al goed alleen zijn. Drie jaar geleden ben ik pas schaapherder geworden”.

“Ik heb namelijk de mbo-opleiding Bos- en Natuurbeheer in Velp gedaan. Ik heb gewerkt als boswachter in de Weerribben in de kop van Overijssel. Op een gegeven moment zat ik als boswachter best wel veel binnen. Dat vond ik niet meer leuk. Toen kwam in 2016 de vacature voor de functie van schaapherder in het Noorden op mijn pad. Ik heb gesolliciteerd en werd schaapherder. En daar heb ik nog geen moment spijt van gehad!”

Ik ben wel benieuwd of Marieke het hele jaar rond met haar kudde op stap is. Dat blijkt niet zo te zijn. “Vanaf begin april tot eind november (hangt van het weer af) ben ik dus met de kudde in de gebieden van It Fryske Gea”. Vanaf november brengt Marieke de schapen bij de boeren in de omgeving zoals in Tijnje, Katlijk en Wolvega. Ook het verweiden van de schapen bij de boeren hoort bij haar taken. “Vanaf half januari ben ik op het bedrijf in Tjalleberd, waar vele handen nodig zijn tijdens de lammerperiode. Gelukkig hebben we stagiaires van de opleiding Dierhouderij èn vrijwilligers. Maar in mei sta ik te popelen om er weer op uit te gaan met de kudde!”

Na een tijdje is het gedaan met onze rust; de schapen beginnen zich te verspreiden. Tijd voor actie! Het heideschaap is erg geschikt voor het begrazen van natuurgebieden. Ze staan hoog op de poten, zo kunnen ze over struikjes heen springen èn ze zijn lenig. Er is een schaap dat pardoes op ons bankje springt. Marieke loopt om de kudde heen en geeft Koko de juiste instructies, natuurlijk in het Engels: ‘away’ (rechts om de kudde) ‘that will do’ (terug naar de baas). Fascinerend om te zien hoe Marieke en de hond op elkaar zijn ingesteld en ik vraag me af hoe je het beroep van schaapherder kunt leren. “Nou, daar is geen cursus voor, het is een kwestie van trial en error. In het begin liep ik minder ontspannen rond dan nu, haha. In het 1e seizoen had ik een ervaren vrijwilliger mee, waar ik veel van heb geleerd”. “Verder is het ‘learning by doing’. Het monitoren van de gezondheid en het gedrag van de schapen was echt nieuw voor mij toen ik begon als herder. Als je een hele dag bij je beesten bent, dan registreer je ook alles. ‘Ik heb altijd een vogel- en insectengids bij me, want ook ik ontdek soms nog beestjes die ik niet bij naam ken”.
Marieke is 10 jaar geleden vanuit Veenendaal naar Friesland gekomen. Maks, een Border Collie, waar ze het 1e jaar mee werkte, heeft haar Fries geleerd. ‘Hij luisterde naar de commando’s ‘Best genôch’ (terug naar de baas), ‘Tarinne’ (naar rechts). Maks is inmiddels met pensioen!

Wylde Weide Landschapsbeheer heeft 10 honden, die ze meestal aankopen via Nederlandse fokkers en trainers. “Het goed opleiden van schaapshonden is namelijk een vak apart”.

Ik sta zo naar de kudde te kijken en heb niet het idee dat het er 250 zijn. Het ene moment lopen ze in een kluitje en 10 minuten later verspreidt de kudde zich over een grote oppervlakte. “In mijn eerste herdersjaar kon ik het al behoorlijk benauwd krijgen als dit zich voordeed” aldus Marieke. “Nu kan ik hier met Koko veel beter op anticiperen. En, ze mógen ook wel een beetje verspreiden”. Marieke vertelt dat er altijd een paar leidschapen zijn, waarvan Janet er eentje is (enkele, uitgesproken schapen hebben een naam). Tijdens het interview zal Janet er nog een paar keer tussenuit knijpen. “Het leidschaap neemt initiatief en gaat vaak op zoek naar lekkernijen, zoals prunus, lijsterbes of verse eikels. Dan begint ze te mekkeren. Een leidschaap is vooral handig als je een tocht of een verplaatsing maakt met schapen”.

Zo op het eerste gezicht lijkt schaapherder een super relaxte baan: zorgen dat de schapen een beetje bij elkaar blijven. Maar schijn bedriegt, Marieke legt uit dat het fysiek behoorlijk zwaar werk is. “Je moet de schapen verzorgen, en poten bekappen. Voordat je dat kunt doen, moet je ze wel in een afrastering hebben”. Verder zijn er off-road werkzaamheden. Ik zie een bosmaaier liggen die Marieke gebruikt op een terrein waar gesnoeid moet worden voordat ze de nachtvakken kan zetten. Iedere middag moeten de schapen namelijk een ander nachtvak van flexinetten hebben. Zo’n vak van flexinetten bouwen is een pittige klus. “Ze mogen niet iedere nacht in hetzelfde vak staan. Ze hebben dan kans op wormen omdat ze op hun eigen mest grazen”. Dus, de schapen blijven ’s nachts keurig achter de flexinetten liggen vraag ik? “Ja, inderdaad, ik kom ’s ochtends met de auto bij mijn kudde en dan begint mijn dag. Ik laat de schapen grazen op een nieuw stuk met een actieradius van zo’n 120 meter”.

“Mijn ervaring als boswachter komt me goed van pas, omdat je als schaapherder contact hebt met de boswachter van het natuurgebied, die je vertelt over de gradiënten en structuur in de vegetatie”. In de Schaopedobbe komt bijvoorbeeld het vrij zeldzame Valkruid voor.

Ik ben ook wel heel benieuwd wat Marieke het allerleukste vindt aan haar beroep als schaapherder. “De combinatie dat je de zorg voor schapen én honden hebt èn dat je in de natuur werk, vind ik echt geweldig! Ik ben veel meer in beweging dan toen ik boswachter was en ik ben nu eigenlijk nooit meer ziek. Ik vind het fantastisch dat ik de seizoenen zó van dichtbij meemaak, omdat ik altijd buiten werk.”. Op mijn vraag of er ook nadelen zijn, antwoordt Marieke schoorvoetend: “Ja, af en toe het weer ….. als het een hele dag regent, sta je de hele dag in je regenpak. De dieren staan zoveel mogelijk onder de boom, want een schaap houdt ook niet van regen”. Ik ben ook wel benieuwd of Marieke niet eenzaam is, ik stel me zo voor dat je misschien wat wereldvreemd zou kunnen worden. Nou, daar heeft Marieke geen last van. Ze vat het mooi samen: “Ik ben de hele dag alleen, maar voel me niet alleen. Ik ben 3 dagen op pad met mijn kudde, ik werk 1 dag op het bedrijf van Wylde Weide in Tjalleberd en ik ben 1 dag bij mijn gezin. Genoeg afwisseling .. heerlijk”. Sinds een tijdje werkt ze samen met Bart, de andere parttime herder die haar kudde de andere 2 dagen hoedt.

Ik was net op tijd met mijn interview, want de volgende dag zullen de schapen worden verhuisd naar de Schaopedobbe. Het was een hartstikke leuk inkijkje in het niet alledaagse beroep van schaapherder en ik hoop jullie als lezer daar een stukje in te hebben meegenomen. Voor meer informatie: www.wyldeweide.nl
 Reactie's
20:06 29-06-2021
J.Gunnink
In andere Europese en niet Europese landen zijn goede resultaten behaald met zogenaamde waaklamas tegen de wolven met gecastreerde hengsten van 2 jaar of ouder. Deze worden ingezet om de schappen te beschermen. Zie ook onder zoekterm waaklama op internet. Succes
 Reageer >>