info
Een gesprek met Thewis Greydanus en zijn vrouw Geeske wonend aan de Weversbuurt. Op het huis staat de naam Underweis. We zijn benieuwd wat de naam betekent en wat en hoe de fam. in Katlijk is beland.

Dhr. Greydanus is eerst alleen, zijn vrouw, Geeske Greidanus-de Jong, rust even en komt er later bij. Maar praten zonder de vrouw dat kan hij ook wel…

Hoe zijn jullie in dit huis terecht gekomen en wat betekent de naam?
Het huis is gebouwd door dhr. Boersma, die man had een goede positie bij de meelfabriek, hij nam gedurende zijn werk van alles mee naar huis, kijk maar naar de estrikken in het huis. Maar na 8 jaar werd hij ziek en is hij overleden. Hij was altijd onderweg, wij zijn onderweg, altijd, vandaar de naam!
Het stond er dus al op. De voormalige bewoner had 5 meisjes en 5 slaapkamers wij hebben daar 4 van gemaakt, maar meer hebben we niet verbouwd in dit huis.

Hiervoor woonden wij in de boerderij waar Folkert Sterkenburg nu woont aan de Schoterlandseweg, daar hebben we 20 jaar gewoond. Ik ben begonnen als boer in Rottum, daar hadden we onze eerste boerderij waar we 10 jaar gewoond hebben, toen wij weggingen is de boerderij afgebroken, omdat de ruilverkaveling dwars door ons land ging. We zochten al lang naar een boerderij en toen kwam de boerderij in Katlijk ons ter ore.

Waar komen jullie vandaan?

Ik ben een echte Klei-Fries, geboren in Dokkum, toen ik 3 jaar was zijn we verhuisd naar Lemmer en daar heb ik 20 jaar gewoond tot ik in Rottum een boerderij huurde. We wilden toch graag een eigen boerderij, we hoorden toen dat Zieleman op zou houden en wij er naar toe. We waren de eerste, hij zat in het schoolbestuur weet ik nog, we spraken samen en we werden het eens.

Als veeboer (koeien, stamboekvee) ben ik zo’n 50 jaar geleden begonnen met zo’n dertig koeien, toen we de boerderij verkochten hadden we zestig koeien. Een mooie stal met schoon vee. Ik had twee tractors, één van tien en één van twintig jaar oud, ze deden het altijd! Het werk werd voor een deel door het loonbedrijf gedaan. Ik had ook schapen, daar heb ik veel medailles mee gehaald. Van alles wat ik had, wilde ik het beste hebben, dat was met de koeien zo en met de schapen ook. En met de vrouw dus ook vult mevrouw Greydanus lachend aan!

Toen de kinderen het huis uit gingen en niemand het wilde overnemen, zei mijn zoon: je moet de boel verkopen, ik was 52 jaar, erg jong nog. We hebben dit huis toen gekocht, de makelaar heeft dit huis voor ons gezocht. We wilden in de buurt blijven wonen. Dit huis werd destijds gehuurd door Duitsers die het Casino pachtten in Heerenveen. We wonen hier inmiddels nu alweer 32 jaar.

Hoe zit de familie in elkaar?

We hebben vier kinderen; twee jongens en twee meisjes en acht kleinkinderen. Onze dochter Janny werd ziek en is overleden toen ze 22 jaar was, ze is een jaar ziek geweest. Ze was verloofd met Douwe van der Wier, de melkboer, hij komt ons hier nog regelmatig even
opzoeken.

Ik kom van het water (Dokkumer EE) maar dat trekt me niet. Mijn vader was boer en was getrouwd, kreeg een baby en toen stierf zijn vrouw (23 jaar), hij is 8 jaar alleen geweest. Mijn vader is opnieuw getrouwd met mijn moeder (weduwe), eerst werd mijn broer geboren en toen ik. Mijn moeder is door trombose overleden toen ik 18 dagen was. Mijn vader was 30 jaar en voor de tweede keer weduwnaar. Ik kwam bij de slager terecht waar ik zo’n 6 maand ben gebleven want mijn vader kon niet voor een baby zorgen, zo ging dat vroeger. Veel betrokkenheid, de buurt pakte het op. Mijn vader kreeg een huishoudster en toen ben ik weer thuisgekomen. Mijn vader is getrouwd met de huishoudster en heeft daar ook weer vier kinderen bij gekregen.
Mijn vrouw en ik zijn in Spannenburg in een woonark begonnen, daarna in Rottum een boerderij gehuurd en toen in Katlijk.

Wat vinden jullie van Katlijk?

We hebben altijd met veel genoegen in Katlijk gewoond, mijn vrouw kon gelukkig autorijden.
Ik had daar geen tijd voor en dus deed mijn vrouw dat altijd. Ze heeft veel mensen kunnen helpen met brengen en halen, ze stond altijd klaar want heel veel mensen hadden geen auto in die tijd en veel vrouwen hadden nog geen rijbewijs.

Ik zat in het kerkwerk, dat deed ik graag. Ik was in Heerenveen diaken, omzien naar de ander, dat was mijn sterkste punt, eerst hier en daarna provinciaal. Ja, ik kwam overal en ze konden je overal voor gebruiken. Mijn vrouw zat ook overal in, ze had ook altijd twee of drie tassen klaar staan om ergens heen te gaan. We hebben elkaar altijd vrij gelaten ook om te accepteren dat je de dingen verschillend verwerkt, we hadden beiden ons eigen leven. Ieder onze eigen weg, maar we wisten wel van elkaar waar we waren. Beiden moeten enorm lachen en vertellen hier deze mooie annekdote over:

Mevrouw
: Mijn man was een paar dagen met de Synode weg toen er twee mannen op de boerderij voor het veevoer kwamen. Ze vroegen waar mijn man was, ik zei: ‘Hij is bij de Synode’. Ze verstonden ‘hij is bij syn oare’ en dat vonden ze toch maar erg vreemd...ze bleven er maar mee rond lopen dus ze vroegen opnieuw waar mijn man dan toch was. Gelukkig vroegen ze het na want er waren anders toch wel wat rare verhalen rond gegaan over ons.

Meneer
: We waren een van de eerste ‘Samen Op Weg Gemeenten’ van de regio, dat liep goed.
Nu kom ik niet meer in de kerk want ik kan niet meer bij de vrouw weg. Lichamelijk en geestelijk wordt het toch wat minder.
We waren vorig jaar 60 jaar getrouwd. We zijn naar het Pronkje geweest, een Kerk-Restaurant in Woudsend om het te vieren. Naaste familie en vrienden waren allemaal aanwezig op onze 60 jarige trouwdag. Mijn vrouw is geboren en getogen in Woudsend, alles was daar en ze heeft een mooie jeugd gehad.

Hoe hebben julllie elkaar leren kennen?

We zaten bij de Gereformeerde kerk, we hadden eens in de zoveel tijd een gezamenlijke bijeenkomst in Rijs en dan kwam je elkaar als christelijke meisjes en jongens tegen, zo ging dat destijds. Toen we trouwden hadden we beiden geen ouderlijk huis (moeders) meer. Het brengt je wel dicht bij elkaar. We hebben ook een mooie tijd gehad. Het dorp is goed, de activiteiten waren goed.
We kunnen goed met iedereen in de buurt, het is fijn om elkaar te kennen.

We komen niet bij elkaar over de vloer, maar maken gewoon een praatje en als er wat is zijn we er voor elkaar. Dat is prima, dan houd je de band goed. Vroeger had ik nog nooit van Katlijk gehoord, maar we hebben er altijd met plezier gewoond. Ik rook niet en drink niet, nooit gedaan ook. In de 60 jaar dat we getrouwd zijn, hebben we nog nooit drank in huis gehad op 1 flesje na wat we in huis haalden toen we de buurt uitnodigden. Dat bleken allemaal geheelonthouders te zijn dus die fles is nooit aangebroken.

Mevrouw: We waren altijd onderweg. Toen onze dochter overleed, ben ik eerst een tijdje thuis geweest, maar daarna heb ik toch weer de activiteiten opgepakt. De Mienskip heeft ons er doorheen geholpen. We hebben veel in de activiteiten gestoken, maar er ook veel voor teruggekregen. We hebben geen familie, wij zijn de oudsten, de kinderen wonen niet in de buurt, maar het dorp heeft ons er doorheen gehaald.

Mijn zoon schreef op een dag zijn naam op het tafelkleed. Hij zei: mem moet dat borduren en daarna schreef iedereen die bij ons kwam eten zijn naam op het tafelkleed. Ik borduurde dat dan over, er zijn totaal 145 namen op het kleed geborduurd!

De armoede hebben we hier niet meegemaakt, maar die was er wel hier hoor! Er woonden vroeger veel kleine boeren in Katlijk, wel 25. Door de jaren heen horen we wel bij Katlijk maar we zijn geen echte Katlijkers, de echte Katlijkers zijn er bijna niet meer, ze zijn bijna allemaal al overleden. We kwamen als vreemden in het dorp maar we hadden meteen veel contact. We kregen de meeste contacten met de mensen die hier ook import waren. Inmiddels zijn we bijna de oudste Katlijkers. Anne en Sietske Wind, Thijs en Zus Huisman en Jochum Klaverboer wonen langer in Katlijk.

Wat zijn jullie hobby’s?

Meneer komt met zijn boek over Kalligrafie. Ik heb hier veel lessen over gegeven, ook deed ik veel aan houtsnijwerk, ik was voorzitter van de Terminale Thuiszorg en ik ben jarenlang ambtenaar van de burgerlijke stand geweest in Heerenveen. Ja hij was niet veel aan het afwassen vult mevrouw Greidanus aan. Tv kijken we (bijna) nooit want we hebben hobby’s genoeg vullen ze elkaar aan. Trots wordt de geborduurde Rembrand getoond, iedere dag tussen 5 en 6 had ik een uurtje om te borduren. Ik heb daar 1,5 jaar over gedaan. We hebben ons nooit verveeld en vervelen ons nu ook nooit, ik weet niet eens wat dat is.
Mijn man vond altijd wel iets uit en ik voerde het uit, zo ging dat dan. Wij hebben geen wensen meer om iets te doen, we zijn tevreden, altijd geweest ook. We wonen op het mooiste plekje van Friesland, maar we zijn niet overal geweest hoor…

 Reageer >>