Op 14 maart vond in hotel Tjaarda in Oranjewoud een omgevingsdialoog plaats in het kader van de gemeentelijke Omgevingsvisie. Het was de tweede van vijf bijeenkomsten verspreid over de gemeente. Inwoners gingen met elkaar in gesprek over kansen en grote toekomstige opgaven in hun eigen leefomgeving.
Interviews
Presentator Jaap Jepma begon de avond af met een inleiding. Daarna hield hij drie interviews met inwoners en ondernemers over de kwaliteiten van het gebied en wat er in de toekomst gaat spelen in deze omgeving.
Wilko-Jan Aardema uit Katlijk sprak over de kwaliteiten die het gebied aantrekkelijk maken om te wonen; het gebied is ruim, groen en rustig. Wilko-Jan duikt graag het verleden in en zou graag zien dat cultuurhistorie een belangrijk aspect wordt voor de Omgevingsvisie. Recreatieve routes zouden daar veel meer op aan kunnen sluiten. In het gebied is duidelijk sprake van vergrijzing. Volgens hem hoeven niet alle dorpen alle voorzieningen te hebben. Wel zouden inwoners samen met de gemeente moeten vaststellen wat het minimale voorzieningenniveau is. In Katlijk is de school bijvoorbeeld verdwenen. Zolang de bereikbaarheid goed gewaarborgd is, is het volgens Wilko-Jan beter om de scholen te huisvesten in de grotere dorpen.
Tjitte de Wolff is directeur van hotel Tjaarda en kijkt als ondernemer naar de mogelijkheden van het gebied. Hij past zijn bedrijf aan op nieuwe ontwikkelingen zoals vergrijzing en de realisatie van een nieuw hotel in de omgeving. Vergrijzing zorgt voor schaarste op de arbeidsmarkt, maar is volgens Tjitte ook een kans voor de hotelbranche; meer 65-plussers betekent meer mensen met vrije tijd. Volgens hem moet Friesland geen museum worden, maar moet de overheid wel voorkomen dat ontwikkelingen zoals windmolens en bedrijventerreinen kris-kras in het landschap komen te staan.
Thijs Vlootman is 22 en woont in de Knipe. Hij is blij met de voorzieningen op het gebied van onderwijs en sport. Daardoor is het ook aantrekkelijk voor jongeren om er te blijven wonen. En wat er in de Knipe niet is, is er op korte afstand in Heerenveen wel. Hij blijft graag in de Knipe wonen, maar is er niet zeker van of al zijn vrienden na de studie wel terug komen. Wat betreft duurzame energie staat hij open voor veranderingen. “Daar kunnen we best een deel van het landschap voor reserveren”.
Dialoogtafels
Na de pauze werd aan vier verschillende dialoogtafels gebrainstormd over opgaven rond de onderwerpen:
· Gezonde leefomgeving
· Ontwikkelingen in het buitengebied
· Wonen
· Cultuurhistorie en recreatie
Het doel was om de belangrijkste opgaven te benoemen, na te gaan welke kennis nodig is om goede oplossingen te bedenken en te benoemen wie nog meer betrokken moeten worden in mei. Ook hier was er een aantal onderwerpen die bij meerdere tafels terugkwam.
Aan meerdere tafels kwam de waardering voor de groene, landelijke omgeving terug. Daarbij had men ook zorg over het in stand houden van de kwaliteiten van dit landschap. Daarbij ging het bijvoorbeeld over het bebouwen van de ruimtes tussen de lanen en bossen die ook kenmerkend zijn voor het landgoederen- en coulisselandschap. Ook kwam de vraag aan de orde of het grondwaterpeil wel hoog genoeg is om de bomen in het gebied te voorzien van water en werd de recreatiedruk aan de orde gesteld. Een spreiding in ruimte en tijd is gewenst om te grote pieken in het aantal bezoekers te voorkomen.
Wat betreft de gezondheid van de leefomgeving werd opnieuw de groene leefomgeving genoemd als een belangrijke kwaliteit. Goede fietspaden en aantrekkelijke speelplekken zouden mensen (jong en oud) meer tot bewegen kunnen stimuleren. Woonvormen waar verschillende generaties bij elkaar wonen werd geopperd als oplossing voor eenzaamheid.
Voor het onderwerp wonen ziet men dat vergrijzing van de bevolking een belangrijke trend is. Dit bracht verschillende vragen met zich mee. Zijn de woningen straks nog wel gewild door jongere generaties als er niet wordt in geïnvesteerd in verduurzaming? Wat betreft leegstaande panden in de dorpskernen zou men graag zien dat hergebruik in de vorm van wonen en werken wordt gestimuleerd. Het versterken van de digitale infrastructuur (snel internet) zou daaraan een belangrijke bijdrage kunnen leveren.
Tot slot
Aan het eind van de avond werd bij de verschillende tafels opgehaald welke opgaven als belangrijk worden gezien en wat er voor nodig is om naar oplossingen te werken. Veel deelnemers gaven aan dat ze de avond leuk en interessant vonden en dat ze in mei weer aanwezig zullen zijn.