info
Rond 1930 was De Herberch in Katlijk nog bakkerij annex café van Johannes Haanstra en zijn zoon Klaas trad later in zijn voetsporen. Tot de zaak in 1966 bij opbod werd verkocht. Voor 10.700 gulden konden Theo en Lidy Eijgenhuijsen uit Amsterdam het hun woonhuis noemen. Was dat het einde van het dorpscafé? Nee! Sterker nog: het werd het favoriete hotel van met name sporters.


Een artikel van Alie Rush, stichting Historie Heerenveen, met dank aan dorpskrant De Raaptepper  (© foto hierboven Max van Gelder)


Lidy Eijgenhuijsen, een kwieke dame met haar 86 jaar, woont op zichzelf in een gezellige bejaardenwoning. De tijd als uitbaatster van De Herberch in Katlijk ligt alweer jaren achter haar, maar dankzij een aantal dikke gastenboeken is haar leven goed gedocumenteerd.
 
"We kwamen van 3-hoog achter in Amsterdam en waren dolblij dat we met de kinderen van 3, 5 en 7 niet meer hoefden ín te wonen! Dat ons woonhuis uiteindelijk een hotel-pension werd waar we zoveel gasten hebben ontvangen.. het is gewoon op ons pad gekomen."

Dat zij en haar man Theo zulke geweldige aanpakkers waren, heeft er alles mee te maken. Want toen de buurt vroeg of ze het café niet in stand wilden houden, oordeelde het stel dat dat wel een leuke bezigheid voor Lidy kon zijn. Er zat een tapvergunning op, dus waarom ook niet? Theo werkte nog als elektromonteur in het westen en kluste in de weekends in Katlijk. Werk in Friesland kwam nog wel.   

Rode schemerlamp

In de weekends kreeg het woonhuis vorm, de 'hokjeboel' van ondermeer de voormalige meelzolder werd gesloopt, op de bovenverdieping kwamen slaapkamers voor de kinderen en beneden kon de oude caféruimte 'voorlopig' best dienst doen. 

Lidy: "Ik was toen 30 jaar en kreeg heel wat voor mijn kiezen. 's Avonds van dat ruwe jongvolk over de vloer, hoe kreeg je die weer op tijd de deur uit? Ik was 'it mokkeltsje út Amsterdam' dus om misverstanden te voorkomen heb ik de smeedijzeren schemerlamp maar snel een andere kleur kap gegeven. Dat rood had een raar effect, haha."

Toen Theo na 2 jaar zijn baas opzegde en permanent in Katlijk aan de slag kon, sloeg het klimaat om. Hij oogstte alom bewondering voor zijn werk en had al snel een netwerk van adviseurs om zich heen. Metselen? dat kon die goed, een hoogwerker regelen of een nieuwe schuur bouwen achter het huis? daarvoor moest je bij weer een ander zijn. Ook Jan van der Honing, de buurman, hielp waar hij kon, al ontdekte ook hij de gouden handen van Theo. 

Lidy: "Jan was boer en wilde weleens een paar dagen vakantie, dus toen heeft hij Theo leren melken. Theo nam waar, hij vond het weer eens wat anders. Bij Theo was het zo: wat zijn ogen zagen, maakten zijn handen."

Hotelcapaciteit nodig

Het café was geen vetpot, het kostte zowat meer dan het opbracht. De eerste weekomzet van de 'Amsterdammers' was welgeteld 7 gulden. Maar een ander plan kreeg vorm: een hotel-pension openen. Theo bouwde eigenhandig - met hulp van een broer en buurman Jan - een grote ruimte achter het oorspronkelijke huisje met een bovenverdieping voor 8 tweepersoonskamers met eigen wastafel en gedeeld toilet op de gang, toen nog gebruikelijk. En hij haalde de noodzakelijke horeca-diploma's. Na enkele jaren werd De Herberch zelfs door de ANWB opgenomen als Bondshotel!

In 1972 was de feestelijke opening, precies op tijd. Al sinds 5 jaar was Heerenveen immers het overdekte IJsstadion Thialf rijker waar grote internationale wedstrijden werden gereden. Eind 1970 was ook nog eens hotel Weener in Oranjewoud in vlammen opgegaan, dus Thialf schreeuwde als het ware om hotelcapaciteit. De Herberch bleek een zeer welkome nieuwkomer.
De allereerste gasten waren twee dames in bontjas, vertelt Lidy: "Ik werd er zenuwachtig van! Ze bestelden een kopje thee (pink omhoog!) en keken nieuwsgierig om zich heen. Of ze konden blijven overnachten. Nou, toen ze hoorden dat ook de Chinese schaatsters bij ons overnachtten waren ze helemaal enthousiast. Ze zijn later nog zeker 6 keer teruggekomen!"

Holiday on Ice

Wie de gastenboeken bekijkt, kan er niet omheen: vrijwel iedereen bleef terugkomen, het beviel er reuze. Er zijn lovende teksten over de gastheer en -vrouw in allerlei talen. Chinese karakters gaan gelukkig vergezeld van een Engelse vertaling, maar ook Pools, Roemeens, Fins, Hongaars, Italiaans en uiteraard Engels, Duits en Frans komen veelvuldig voor. Sporters en ook gewone toeristen, politici, zakenlui en soms een bruidspaar genoten van De Herberch.

Toch denkt Lidy het vaakst terug aan de Chinese schaatsploeg: "Wat een andere cultuur! Vooral die meisjes mochten niks. Ja, op hun kamer blijven tot de officials  er weer waren. Nou, zodra die de deur uit gingen, riep ik hun naar beneden. We hadden net een tafeltennis aangeschaft dus dan konden zij zich ook even uitleven. En als de heren terugkwamen, stuurde ik ze - hup - weer naar boven." 

Lidy weet zich aan iedere situatie aan te passen, zoveel is duidelijk. Van de beeldschone kunstrijdsters van Holiday on Ice tot de Friezen-om-útens uit Amerika die er jaarlijks een volle maand logeerden. Maar ook van de stoere boerefeinten, die zich tot 10 uur volgoten aan de moderne bar om dan - per auto! - naar elders af te reizen om daar tot middernacht de beest uit te hangen. "Ik heb nooit echt ellende gehad met de jeugd hoor, het liep altijd met een sisser af." 

Vrij-mi-bo

De Herberch was geliefd in de wijde omgeving en op een bepaald moment werd het ook de plek waar de noordelijke pers zijn wekelijkse 'soos' hield. Op vrijdagen van 17 tot 19 uur wisselden journalisten er hun nieuwtjes uit en werden er liedjes gezongen die ter plekke waren bedacht. 

Lidy: "Die prachtige liedjes van Cor Molenmaker! Er werd hier vrolijk geleefd en volop gelachen. Ach ja, Laurens ten Cate was er nog bij, Hylke Speerstra en later ook eens Geert Mak. Het was altijd een vrolijke bende." Duidelijk een geval van 'vrijdagmiddagborrel avant la lettre'... 

Maar jaar-in-jaar-uit en 7 dagen per week een hotel-pension draaiende houden, valt niet mee. Theo en Lidy hadden jaarlijks maar 4 dagen in het voor- en 4 in het naseizoen om vakantie te vieren met het gezin, maar vonden het na krap 20 jaar Herberch welletjes. In 1984 verkochten ze het pand met inventaris en grond aan een volgende uitbater, die het nog tot 2019 als horeca heeft gerund. 

Theo heeft maar 7 maanden van de nieuwe plek in Jubbega kunnen genieten, toen hij onverwachts stierf, 51 jaar jong. En Lidy ging er na 6 jaar weg om in Mildam, dichterbij de kinderen, te wonen. Wie haar daar met rollator, scootmobiel of duofiets tegenkomt, heeft vaak geen idee van haar bijzondere levensverhaal.
 Reageer >>