Maar wie even verder zoekt komt nog een Katlijker tegen die het nazi-regime niet heeft overleefd, namelijk Lijkele van den Bos. Lijkele (Liekele) van den Bos is geboren in Jubbega-Schurega op 2 mei 1916 als zoon van Marten van den Bos en Antje van den Bos - Rozenberg en had twee jongere zusters, Aukje (28-9-1919) en Elisabeth (Betsje) (25-10-1923). In 1930 verhuisde de familie v.d.Bos van Jubbega - Schurega naar Katlijk 83 (Houtwallen 6). Lijkele was net als zijn vader grondwerker. Tijdens de tweede wereldoorlog ging Lijkele net als vele andere landgenoten werken (onderduiken) in de Noordoostpolder (Toen deze in 1942 droog viel, moesten de nieuwe gronden ontgonnen worden om ze voor landbouw geschikt te maken.) om zo aan de verplichte tewerkstelling in Duitsland te ontkomen. De arbeid is zwaar, lange werkdagen en het leven eentonig. En op vrijdag 17 november 1944 slaat het noodlot toe. 's Morgens om vier uur stromen zo'n vierduizend Duitse militairen, geholpen door vele Nederlandse getrouwen de polder binnen. Tijdens deze razzia worden zo'n 1800 polderwerkers opgepakt, waaronder ook Lijkele. Via Oldenhove moeten ze naar Meppel lopen,waar ze met treinen worden afgevoerd. Via het beruchte (doorvoer) kamp Amersfoort komt Lijkele in Haren (Kreis Meppen) (D) terecht.
Uit die tijd in Haren zijn nog brieven overgebleven, die hij naar zijn ouders stuurde en waarin hij over de situatie daar schreef zoals het eten wat ze daar kregen niet echt overhield en dat er nog mensen rond liepen in hun kleding vanaf dat ze waren opgepakt en onder de luis zaten. Ook vraagt Lijkele in één van deze brieven, of zijn vader de familie van zijn kameraad Fonger Siepersma uit Sint Niek ook kan inlichten, dat het goed met Fonger gaat. Uit die brieven is op te maken dat er vanuit Katlijk ook wel post en pakketjes met o.a kleding en eten naar Duitsland werden gestuurd.
Mini docu van ereveld Hannover van de Oorlogsgraven stichting |
In het laatste oorlogsjaar bestond er in Wilhelmshaven een groot tekort aan arbeidskrachten. Zo moest de marinewerf bijna geheel door buitenlandse krachten draaiende worden gehouden.
Lijkele werd hier ook naar toegestuurd en kwam terecht in Sande bij Wilhelmshaven. Hier werd hij tewerkgesteld als rangeerder op auto's (volgens mij chauffeur of bijrijder).
Hoe of waaraan Lijkele in Wilhelmshaven is overleden is níét echt duidelijk. Jack Kooistra omschrijft het in zijn boek als volgt, "overleden tengevolge van
algemene zwakte". Maar de familie van Lijkele heeft een heel ander versie over zijn dood. Dit blijkt uit een brief die zijn vader na de oorlog schreef naar de
radio, waar ze via oproepen vermiste landgenoten probeerden te vinden. Namelijk dat op 15 maart 1945 de keuken tijdens een bombardement was
verwoest, en etenswaren die over het hele terrein verspreid lagen, waren meegenomen. Lijkele werd vier dagen later met nog vier anderen opgepakt
voor diefstal van de etenswaren, ze zijn weggevoerd en vermoedelijk doodgeschoten.. Dit was hen verteld door Lijkele zijn kameraad Fonger Siepersma, die dit weer van twee voor hem onbekende Hollanders had gehoord Het blijft onduidelijk, ook omdat zijn stoffelijk overschot nooit is geindetificeerd. Dit blijkt wel uit het feit dat de familie pas in 1950 een "aangifte van overleden vermisten" kreeg van het ministerie van justitie, waarop men 22 april 1945 als de dag van overlijden aangeeft. Ook heeft hij niet een eigen graf gekregen maar is begraven op de begraafplaats Altenburg bij Wilhelmshaven in een verzamelgraf. Zijn naam staat vermeld op een gedenkteken op het Nederlandse ereveld te Hannover (D)
(Met dank aan de fam.Holtrop - Oranjewoud)
De brieven zijn in zijn geheel hier te lezen >>
© Foto monument Henk Gaertman